2011 Friesland o.a Elburg, Vollenhove, Harlingen, Sneek, Bergum
Friesland 28-09 t/m 02-10-2011
Woensdagmorgen zijn we vertrokken richting Friesland, de weersvooruitzichten waren geweldig namelijk dagen ± 24 gr en volop zon .Onze eerste stop en overnachting is in Elburg op de camperplaats. De camperplaats beschikt over stroom,douches, toilet en sani.
Ooit was Elburg een vissers- en handelsplaatsje dat rechtstreeks op de zuiderzee uitkeek. Na eeuwenlang te kampen hebben gehad met overstromingen werd, na de tweede Sint Marcellusvloed (1362) en de watervloed van 1367 het besluit genomen dat Elburg moest worden verplaatst. De voormalige Zuiderzeestad Elburg heeft een kleine haven in de nabijheid de Vischpoort. Deze poort werd onder de naam Visscherstoren als gesloten verdedigingswerk gebouwd, maar werd in 1592 omgebouwd tot de huidige open poorttoren.
In 1992 werden er opnieuw poortdeuren in aangebracht. In de Jufferenstraat staat met een neoclassicistisch bakstenen poortje de voormalige, in 1854 door de Joodse gemeenschap gebouwde synagoge. Ze werd gebouwd op de fundamenten van het huis van graaf Hendrik van den Bergh. Het gebouw, dat na de Tweede wereldoorlog niet meer in gebruik kwam als godshuis, is nu onder de naam Sjoel Elburg een museum dat herinnert aan de Joodse gemeenschap van de stad en van Nederland.
Het Munthuis van Elburg is gevestigd in de Vischpoortstraat. Langs de stadsmuur nabij de haven ligt de oudste nog werkende touwbaan van Nederland. In de Schapesteeg staat het in gotische stijl gebouwde Arent Thoe Boecophuis. Dit gebouw had de rentmeester voor zijn opdrachtgever de hertog van Gelre laten bouwen, die het op zijn beurt aan de rentmeester schonk. Diens kinderen verkochten het in 1401 aan de stad Elburg. Vanaf 1401 tot 1954 was er het stadhuis van Elburg gevestigd. In de Zuiderwalstraat bevindt zich achter een groene houten deur de kloostertuin van het uit de 15e eeuw stammende voormalige Agnietenklooster. Hier was na 1954 het gemeentehuis gevestigd en thans herbergt het Museum Elburg.
Na Elburg zijn we naar Vollenhove gereden en de de auto op de camperplaats neergezet bij de plezierhaven.
Vollenhove is ook een oud vestigingstadje met een haventje wat door het oude centrum loopt met verscheidene terrasjes en eetgelegenheden aan het water. In Vollenhove zijn vele historische gebouwen te vinden. De Grote of Sint Niklaaskerk is een laat-gotische hallenkerk, die gebouwd is omstreeks 1500. De kerk, die men op het Kerkplein kan vinden, is tussen1968 en 1976 gerestaureerd. Deze kerk is in gebruik bij de protestantse kerkgemeente .
We hebben niet overnacht in Vollenhove maar zijn doorgereden naar Harlingen waar we via het centrum naar de camperplaats bij de sluis zijn gereden , deze sluis is de toegang tussen de waddenzee en de binnenwateren van Nederland.
Twee eeuwen lang bestaat Harlingen, gelegen op een bogtigen uithoek der kust, in de schaduw van de universiteitsstad Franeker. Maar door de verbinding met de zee nam de welvaart gestaag toe. Vroeger lag de stad westelijker dan vandaag, maar de zee sloeg regelmatig land weg.
In 1644 kwam de Friese Admiraliteit van Dokkum naar Harlingen. De Zuiderhaven kreeg het karakter van marinehaven. De vermaarde Tjerk Hiddes de Vries wordt er later luitenant-admiraal. De krijgsvaart bleef echter van minder belang dan de handelsvaart. Talrijke schippers onderhielden beurtvaarten naar de Waddeneilanden, naar alle hoeken van de provincie en naar de Zuiderzeehavens, waarvan Amsterdam de belangrijkste was. De stad kende veel nijverheid. Er waren scheepswerven, bierbrouwerijen, zeep- en zoutziederijen, steen- en pottenbakkerijen, kalkovens, graan- en zaagmolens. Maar zoals dat al eerder het geval was met de Hanzesteden aan de toenmalige Zuiderzee, werd Harlingen in de volgende eeuwen voorbijgestreefd door Amsterdam en Rotterdam. Toch bleef Harlingen als kustvaart- en vissershaven met veel voorzieningen en het nieuw gegraven Van Harinxmakanaal van groot economisch belang voor Friesland. Ook de grotere zeilschepen meren in Harlingen aan om van daaruit makkelijk in open zee te komen. In het oude centrum van Harlingen vind je veel winkeltjes en terrasjes zelfs drijvend in de grachtjes. Na de overnachting in Harlingen zijn we naar Sneek gereden .
Sneek is gelegen nabij het Sneekermeer en is onder andere bekend vanwege de historische binnenstad, met onder meer de Waterpoort, en de Sneekweek zoals die elk jaar de vele toeristen trekt.
Sneek is ontstaan in de 10e eeuw op een hoger gelegen zandige landtong (Sneek = Ter Snake = op landtong) en is tot ontwikkeling gekomen na de aanleg van de zuidelijke dijk van de Hempolder Scherhem. Daar kruiste deze de vaarweg (in oude documenten Magna Fossa, groot kanaal, genoemd) naar het noorden. Deze vaarweg naar het noorden (Geeuw, Sneeker Oudvaart) was nodig geworden omdat de Middelzee door dichtslibbing verloren was gegaan.
Na het bezichtigen van Sneek zijn we door Franeker gereden maar omdat we niet in het oude centrum konden komen zijn we hier niet gestopt. Vanuit Franeker zijn we naar de camperplaats in Bergum gereden aan het kanaal .
Bergum was in 1747 een van de eerste plaatsen in de toenmalige Republiek waar de Pachtersoproer uitbrak. Vanuit Groningen en Friesland verspreidde deze sociale onrust zich naar andere delen van het land. Tot 1930 behoorde ook Noordbergum bij het dorp, wat toen een zelfstandig dorp werd. Sinds 1989 is de officiële naam van het dorp het Friestalige Burgum, voorheen Bergum. Hier in Bergum zijn we 2 dagen gebleven en hebben genoten van het mooie najaarsweer.
Kijk ook eens op onze andere blogs
https://dehoekiesreizen.blogspot.com/
Peter
Reacties
Een reactie posten